NATUURCOACHING


Aristoteles gaf al wandelend les. Veel boeddhisten beoefenen loopmeditatie om tot diepe inzichten te komen. Anno nu ‘ijsberen’ we als we nadenken en we gebruiken loopmetaforen als we beslissingen moeten nemen. Gaan we links- of rechtsaf? Moeten we terugkeren op onze schreden? Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
Het is heel natuurlijk om te wandelen tijdens een coachsessie. Dit is niet uitgevonden, maar ontdekt. Aristoteles was wandelcoach avant la lettre. In de jaren negentig is het etiket ‘wandelcoaching’ op de methodiek geplakt.
Natuurcoaching is hierop een waardevolle aanvulling. Deze methode werkt met symbolen en metaforen. De natuurlijke omgeving ondersteunt het ontwikkelingsproces.

We lopen naast elkaar; kijken elkaar niet – of niet constant – aan en er is een routinebezigheid: lopen. Er kunnen stiltes vallen, zonder dat dit als zwaar wordt ervaren.
Er ontstaan opvallend makkelijk inzichten tijdens het wandelen in de natuur.
De filosofen kozen er niet voor niets voor om te gaan wandelen. Door lopen en praten tegelijk, activeer je zowel je linker- als je rechterhersenhelft. Rechts zit onder andere je motoriek, beeldend vermogen en denken in gehelen, terwijl je linkerhersenen het taalcentrum, analytisch denkvermogen en denken in details bevatten. Tijdens het wandelen
kun je dus zowel fantaseren en dromen over je leven (rechts) als bepalen hoe je iets stap voor stap gaat aanpakken (links).
Uitgangspunt bij wandel- en natuurcoaching is dat je onbewust de antwoorden al bij je hebt. Je hoeft ze ‘alleen maar’ naar de oppervlakte te halen – je er bewust van te worden.
Taal, praten, is daarbij meestal ontoereikend. Tijdens het coachen in de natuur maken we daarom gebruik van alle zintuigen: horen, zien, voelen, ruiken en misschien zelfs proeven.
We gebruiken de natuur als spiegel, bijvoorbeeld door een boom of dier te kiezen en te kijken welke kwaliteiten deze heeft. Afhankelijk van de vraag waar je mee rondloopt en de stemming op dat moment, zal hij steeds een ander element in de natuur kiezen en daar precies die dingen in zien die bij zijn vraag en stemming passen.
Een laatste, belangrijk aspect van het werken in de natuur, is dat deze rustgevend en troostend werkt. Ecopsychologen hebben dit aangetoond, maar nog veel belangrijker is dat je dit zelf direct kunt meevoelen en bevestigen door de natuur op te zoeken. Dat kan een bos of strand zijn, maar ook een stadspark of je eigen tuin volstaat, zolang je niet te veel afgeleid wordt. Door deze werking van de natuur worden problemen beter hanteerbaar.
Samen met het eerdergenoemde effect van de terloopsheid waarmee je al wandelend tot een gesprek komt, zijn wandel- en natuurcoaching heel geschikt om uiteenlopende onderwerpen te onderzoeken.